In de Nederlandse eerstelijnszorg sluimert een ernstig én onderbelicht probleem: ondervoeding, vooral bij ouderen en chronisch zieken. Een recent lansering van de Agenda Ondervoeding NL werpt licht op wat wordt omschreven als een “stille epidemie”.
Belangrijke cijfers
-
Bij thuiswonende 65-plussers is 1 op de circa 11 à 12 ondervoed.
-
Onder kwetsbare ouderen met thuiszorg geldt: circa 1 op de 6.
-
In ziekenhuizen ligt het aandeel op ongeveer 1 op de 7 patiënten.
-
Gevolgen: verlies van spiermassa, tragere wondgenezing, langere opnames en flinke maatschappelijke kosten.
Waarom is dit belangrijk voor de eerstelijn?
De eerstelijnszorg (huisartsen, diëtisten, thuiszorg, wijkverpleging) is vaak het eerste aanspreekpunt, en dus bij uitstek geplaatst om ondervoeding vroeg te signaleren en aan te pakken. Maar tot nu toe: te weinig routine-screening, te weinig geïntegreerde samenwerking en onvoldoende bewustzijn. De voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten zegt het kernachtig:
“Ondervoeding is een genegeerd probleem, ook in de eerstelijn.”
De agenda: 8 doelen, één gezamenlijke beweging
De Agenda Ondervoeding NL, www.agendaondervoeding.nl, is een initiatief van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten en het Voedingscentrum, samen met tientallen partijen: wetenschappers, beleidsmakers, mantelzorgers, zorgverleners en ouderen zelf.
De agenda formuleert acht centrale doelstellingen, waaronder:
-
Bewustwording vergroten, “ondervoeding hoort besproken te worden”
-
Vroegsignalering en preventie standaardiseren: vijf gevalideerde tools zoals de NUFI en MNA-shortform worden aanbevolen.
-
Nauwere samenwerking tussen disciplines: diëtisten, huisartsen, thuiszorg, paramedici moeten gezamenlijk optrekken.
-
Integratie in bestaand beleid, zonder extra financiering, dus binnen de huidige kaders.
-
Verankering in opleidingen en routine in de praktijk met een doel tot 2035: merkbare reductie van ondervoeding in Nederland.
Uitdagingen en kansen
Uitdagingen:
-
Omdat extra financiering ontbreekt, moet de aanpak vallen binnen bestaande middelen. Dat vergt prioritering en herverdeling.
-
Ondervoeding ontwikkelt zich vaak geleidelijk en is moeilijk zichtbaar . Screening is daarom noodzakelijk.
-
Er is versnippering: diverse initiatieven, maar weinig samenhang; de Agenda wil hier verandering in brengen.
Kansen:
-
Betere voeding, bijvoorbeeld bij oudere thuiswonenden, kan meteen bijdragen aan behoud van zelfstandigheid, minder opnames en lagere zorgkosten.
-
Door de koppeling met andere thema’s zoals valpreventie: bij valpreventie moet ook voeding aan bod komen, zo stelt de NVD-voorzitter.
-
Een gezamenlijke beweging kan stap voor stap het beeld van ondervoeding veranderen: van ‘privéprobleem’ naar algemeen gezondheidsprobleem in de eerste lijn.
Krachtig signaal voor beleid en praktijk
Met de overhandiging van de agenda aan staatssecretaris Judith Tielen van VWS is ondervoeding formeel erkend als onderdeel van het preventiebeleid. Dat is een doorbraak: waar de aandacht lange tijd vooral uitging naar overgewicht en obesitas, komt er nu ook ruimte voor het andere uiterste: gebrek aan voeding. Voor de eerstelijn betekent dit:
-
Maak van screening op voeding een routine
-
Behandel voeding als een integraal onderdeel van zorgplan, niet als los “voedingsprobleem”
-
Werk samen: huisartsen, diëtisten, wijkverpleging, mantelzorgers.
-
Integreer het binnen de bestaande zorgstructuren. Géén aparte pot middelen, maar slimme doorvertaling.
Als de doelstellingen van de Agenda gehaald worden, kan Nederland vóór 2035 een duidelijke daling van ondervoeding realiseren, met concrete winst: beter kwaliteit van leven voor ouderen, verminderde zorgbelasting en aanzienlijke kostenbesparingen.